Bereken je macro’s
Voor een goed dieetplan is het belangrijk dat je weet hoeveel grammen zogenaamde macronutriënten je tot je moet nemen. Macronutriënten zijn de ‘grote’ voedingsstoffen: daarvan hebben we dagelijks meer dan 1 gram nodig. De belangrijkste macronutriënten zijn: koolhydraten, eiwitten en vetten. Om uit te vinden hoeveel je van elk nodig hebt, is helaas wat rekenwerk nodig.
De macronutriënten leveren elk energie:
- Eiwitten leveren aan energie: 4 kcal/gram
- Koolhydraten leveren aan energie: 4 kcal/gram
- Vetten leveren aan energie: 9 kcal/gram
In welke verhouding je de macronutriënten nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk en voor elke persoon anders. De eerste vraag is: wil je afvallen, aankomen of gelijk blijven op gewicht? Daarnaast zijn factoren van belang als: ben je een man of vrouw, je lengte, gewicht, activiteit, hormonen, stress etc.
Om te berekenen hoeveel je van elk nodig hebt, is de eerste belangrijke stap het berekenen van je Basaalmetabolisme, of Basic Metabolic Rate. Dat is de hoeveelheid energie die je lichaam nodig heeft om te blijven leven, zonder enige activiteit. Die energie is nodig om je hart te laten pompen, te ademen, al je organen te laten werken etc. Het zal je verbazen hoeveel energie dat kost!
Voor de rekensom heb je een tabel nodig
Ik neem mijzelf als rekenvoorbeeld voor dit artikel:
Ik ben een vrouw, 43 jaar en weeg 60 kilo. Formule voor mij: 8.7 x 60 +829 = 1351 kcal om in leven te blijven bij nul activiteit.
Nu bekijken we mijn werkelijke niveau van activiteit. Ook daarvoor is een tabel. Bedenk dat het gaat om gemiddelden. Onder middelmatige inspanning wordt niet-zittend werk en meer dan 2 keer per week sporten verstaan.
Ik sport 2 keer per week en heb een zittend beroep: lichte activiteit. Ik ben een vrouw.
Formule: BMR x activiteits-factor (PAL) 1.56= 2107 kcal heb ik nodig om op mijn gewicht te blijven.
Stel nu dat ik wil afvallen. 1g lichaamsgewicht = 7 kcal. Dus 1 kilogram lichaamsgewicht = 7000 kcal. Stel ik wil 5 kilo afvallen. Dat is dus 35.000 kcal méér verbranden, of minder eten. Het slimste en snelste is een combinatie van beide.
Ik kan dus mijn activiteit vermeerderen om mijn energieverbruik te laten toenemen. Dit kan sport zijn, maar ook een dagelijkse stevige wandeling of elke dag naar werk fietsen. Ter voorbeeld hieronder: gemiddelde aantallen kcal. verbranden per uur activiteit:
- Basketbal: 634
- Dansen op een dancefeest: 638
- Voetbal: 713
- Tuinieren: 356
- Huishouden algemeen: 119
- Aerobics: 436
- Skiën: 475
- Seks: 119
- Wandelen: 280
- Fietsen: 540
Ook kan ik mijn calorie-inname verlagen. Als ik voortaan elke dag 1 glas cola minder drink (70 kcal), verlies ik dagelijks 10 gram extra lichaamsgewicht. Dat is 3,65 kilo per jaar.
7000 kcal = 1000 g lichaamsgewicht
70 kcal = 10 g lichaamsgewicht
7 kcal = 1 g lichaamsgewicht
Ik wilde fictief 5 kilo = 35.000 kcal lichaamsgewicht afvallen. Stel dat ik op een inname van 1500 kcal per dag ga zitten. Dat is 600 kcal minder dan mijn onderhoudsinname.
De ideale macronutriënten-ratio voor het verlies van vetmassa is: 30% eiwitten, 50% koolhydraten en 20% vetten.
Hoeveel van elk moet ik dan eten?
Eiwitten:
Volwassen personen hebben gemiddeld ongeveer 0,8 g eiwit per kilo lichaamsgewicht nodig. Krachttrainers hebben meer nodig: ongeveer 1.4/1,8 g per kg lichaamsgewicht.
250 g eiwit = 1000 kcal
25 g eiwit = 100 kcal
1 g eiwit = 4 kcal
Persoonlijke rekensom: ik zit op een dagelijkse inname van 1500 kcal. 30% eiwitten is dus 450 kcal van mijn totaal aan kcal-inname= ongeveer 112 gram aan eiwitten per dag. Ik zou dat naar beneden afronden: 100 gram eiwit per dag.
1 ei = 11 g eiwit
1 glas magere melk is 3,9 g eiwit
1 maatje haring = 19 g eiwit
Vet:
1 gram vet = 9 kcal
11 gram vet = 100 kcal
33 gram vet = 300 kcal
Persoonlijke rekensom: 20% van mijn 1500 kcal= 300 kcal van mijn dagelijkse inname moet uit vetten komen. 300 kcal = ongeveer 33 gram vet per dag.
1 hamburger = 20 g vet
Een maatje haring = 7.9 g vet
1 glas magere melk = 0,1 g vet
Koolhydraten:
1 g koolhydraten = 4 kcal
25 g koolhydraten = 100 kcal
187,5 g koolhydraten = 750 kcal
Persoonlijke rekensom: 50% van mijn totale inname van 1500 kcal per dag bestaat uit koolhydraten. Dat is 750 kcal/dag. 750 kcal is ongeveer 187,5 gram koolhydraten per dag.
1 appel = 14 g koolhydraten
1 oliebol= 250 g koolhydraten
Nu weet ik dus hoeveel koolhydraten, eiwitten en vetten ik mag eten. Deze informatie kun je met behulp van tabellen zelf omzetten naar voedingsmiddelen:
Ik wilde 5 kg lichaamsgewicht kwijtraken. Dat is 35.000 kcal. Per dag neem ik 600 kcal minder in: 600 kcal = 85.71 g lichaamsgewicht per dag. Dat zou betekenen dat ik met deze calorie-inname, zonder extra trainen, in ongeveer 60 dagen 5 kilo ben afgevallen. Ga ik daarbij mijn activiteitsfactor verhogen, dan zal het sneller gaan.
Uiteraard is het belangrijk om voedingsrijke koolhydraten in te nemen in plaats van lege. (Liever veel fruit dan een oliebol. Ook is het belangrijk om de vetten in de vorm van onverzadigde vetten in te nemen. Liever olijfolie en vette vis dan een hamburger. Let bij de eiwitten op dat ze niet alleen dierlijk van oorsprong zijn, maar ook plantaardig. Liever wat meer bonen en noten dan alleen maar melkproducten en vlees.
De rekensommen zijn best ingewikkeld, daarom kun je op internet op verschillende sites je gegevens invullen, dan wordt in elk geval je BMR voor je uitgerekend.
Let op: wil je spiermassa opbouwen, dan moet je ongeveer 500 kcal boven je dagelijkse onderhoudsdosis aan calorieën gaan zitten. De berekeningen werken dan op precies dezelfde manier.
Je weet dat Proteïne (eiwit) inname belangrijk is, maar je weet niet waar je je dagelijkse hoeveelheid Proteïne vandaan moet halen? In het Proteïnerijke Recepten Pakket staan recepten waarbij we precies vertellen hoeveel Proteïne er in de gerechten zit. Om het nog makkelijker te maken zetten we er ook bij hoeveel vetten en koolhydraten er in de gerechten zitten. Het pakket bestaat uit 5 eBooks met in totaal 155 makkelijke en gezonde recepten die je gaan helpen spiermassa op te bouwen en vet te verbranden. Klik op de foto voor meer informatie.